Wie op de ring rond Roeselare de afslag Menen neemt, kan haast niet naast de hoofdzetel van Quaestor kijken. De West-Vlaamse vermogensbeheerder nam dik twee jaar geleden zijn intrek in het strak gelijnd gebouw. De gestage groei van de portefeuille en van het personeelsbestand maakte een verhuizing naar een ruimer pand noodzakelijk.
Toen vijf vennoten in 2000 in een kantoortje in de Roeselaarse binnenstad Quaestor boven de doopvont hielden, deden ze dat uit een soort frustratie. ‘Private banking was eind jaren 90 bij Belgische grootbanken een tamelijk amateuristisch gebeuren. We vonden dat de klantendoelstellingen wat betreft portefeuille en rendement niet overeenkwamen met een model waarbij de bank vooral geld verdiende aan transacties’, zegt founding partner Geert Vastiau. ‘Klanten die een portefeuille hadden van 20 à 30 ‘goede’ aandelen wilden daar niet veel aan veranderen. Dat strookte niet met het snel laten rouleren van een portefeuille, waaraan banken meer geld verdienen.’
‘Daarnaast hadden de stichtende partners eerder ondernemersbloed. Ze bleken ook beter te gedijen in een kleine organisatie waar de beslissingslijnen wat korter zijn en wendbaarder gehandeld kan worden. Omdat er in de regio veel jonge ondernemers waren die misschien wel zouden meegaan in onze gedachtegang, leverde dat een goede startbasis’, vult zijn collega Olivier Rogiest aan.
Vermogensbeheerder met 2,3 miljard euro onder beheer, plus nog 1 miljard euro aan te volstorten toezeggingen in private equity. Opgericht in 2000 in Roeselare. Zeven vennoten, 35 medewerkers. Belegt in obligaties en aandelen, maar de specialiteit zijn private debt (achtergestelde leningen aan kmo’s) en vooral private equity (niet-beursgenoteerde bedrijven). Telt zowat 800 vermogende Vlaamse families als klant. Plant de opening van een tweede vestiging in het Antwerpse.
Geert Vastiau: ‘Wat we gemeen hebben met andere spelers is dat we ook obligatie- en aandelenfondsen aanbieden. We hebben daar een grote extra laag boven op gelegd, onze exposure op de private market, wat andere vermogensbeheerders niet of veel minder doen. Dat is enerzijds private debt: mezzaninefinanciering of achtergestelde leningen die we verstrekken aan meestal Vlaamse kmo’s. Dat zijn dossiers die we doorgespeeld krijgen van corporate finance-huizen, waarbij hun klanten voor een bepaald investeringsdossier naast bankfinanciering en eigen middelen nood hebben aan bijkomende financiering.’
‘Tot 2 à 3 miljoen euro kunnen bedrijven dikwijls nog geld ophalen bij family and friends. Maar om een groter bedrag via de publieke markt op te halen, om een obligatie uit te geven, zijn ze vaak te klein. Dat is voor ons een sweetspot waarop we inspelen. We zijn daarin vrij uniek.’
‘We spreken van leningen van 3 tot 10 miljoen euro met een looptijd van drie tot vijf jaar. Ongeveer om de 18 maanden richten we daarvoor een fonds op waarin een tiental leningen worden ondergebracht. In periodes van zeer lage rente, waarin klassieke obligatiefondsen tamelijk weinig rendement opleveren, is zo’n fonds – dat een omvang heeft tussen 50 en 100 miljoen euro - een interessant alternatief.’
Olivier Rogiest: 'Omdat een investeerder voor een langere periode vast zit, is er een illiquiditeitspremie. Daardoor ligt het brutorendement met 8 procent vrij hoog. Op bedrijfsobligaties haal je momenteel 3 tot 3,5 procent bruto.'
Rogiest: 'Een mezzaninefinanciering geven aan bedrijven die het water aan de lippen staat of bij wie een turnaround nodig is, zullen we nooit doen. We kijken naar gezonde bedrijven die al een bancaire financiering hebben en bovendien naar lokale bedrijven. Waarom? Omdat we willen weten welke families erachter zitten en om welk project het gaat.'
Rogiest: 'We gaan op zoek naar de juiste private equity-fondsen. Daar hebben we toegang tot dankzij onze nauwe contacten met enkele uitstekende private-equityhuizen. Als private-equityspelers zoals Waterland, Apheon, Hummingbird of Sofindev een nieuw fonds starten, richten we steeds een eigen fonds op, een feederfonds, waarin we onze klanten poolen en dat in dat respectievelijke masterfonds gaat investeren.'
'Daarin onderscheiden we ons van andere Vlaamse of Belgische vermogensbeheerders die een fonds creëren dat in een tiental private-equityfondsen investeert, een fund of funds. Dan weet je als klant niet waarin zo’n fonds allemaal zit of gaat investeren.'
'We lanceren zes à zeven fondsinitiatieven per jaar die we onze klanten aanbieden. We onderscheiden daarbij drie types: venture-capitalfondsen die in startbedrijven investeren, buy-outfondsen die in mature bedrijven zitten en growth-equityfondsen voor bedrijven die dicht bij winstgevendheid staan. Voorts kijken we zowel naar sectorspecifieke fondsen als naar fondsen die sector-agnostisch zijn, die vrij ruim gaan. We maken ook een geografische onderscheid. We investeren in Belgische initiatieven, maar ook in pan-Europese of internationale verhalen. Wat de omvang betreft, kijken we naar fondsen uit de lower en mid market, tussen 150 miljoen euro en 2, maximaal 3 miljard euro. Historisch gezien geven die fondsen een beter rendement dan de grote mastodontfondsen.'
'Als we in een private-equityfonds stappen, zijn we meestal hoeksteeninvesteerder of toch een van de grote investeerders in dat fonds. Dat betekent dat we in de meeste gevallen ook een zitje hebben in de raad van toezicht of in de advisory board. Zo kunnen we controle uitoefenen en hebben we een heel korte lijn om te weten hoe de zaken lopen.'
'De jongste jaren gaan we ook regelmatig co-investeren met die private-equityfondsen. Als voor hen een overname iets te groot is, kan het zijn dat ze op zoek gaan naar co-investeerders. We hebben dat al een paar keer gedaan met een selecte groep van onze klanten. We stellen dat niet aan iedereen voor, omdat het dan om één specifiek bedrijf gaat. We hebben daarin knowhow opgebouwd en hebben sinds een jaar nu ook ons eigen co-investeringsvehikel, waarbij we die co-investeringen samenbrengen in één fonds, met een lagere kostenstructuur en bijgevolg hoger potentieel rendement.'
Vastiau: 'We hebben dat in verleden al frequent gedaan, met Showpad, met Deliveroo, en ook met Billion To One. Dat Amerikaansebedrijf speurt op basis van een druppel bloed naar subtiele genetische veranderingen. Het past dat toe in prenatale tests en in oncologie. Billion To One wil in het eerste kwartaal van volgend jaar naar de beurs trekken. We volgen het al heel lang en hebben er ondertussen een grote blootstelling aan, van dicht tegen 100 miljoen dollar.'
Rogiest: 'De manier waarop we aan vermogensbeheer doen, is dus veel ondernemender. Bij ons gaat het echt over investeren in bedrijven. De beurs kijkt meer naar trends, naar de waan van de dag, en is enorm emotiegedreven. Daardoor ligt de focus op de korte termijn. We geloven nog altijd in het feit dat investeren een langetermijnverhaal is. Vandaar dat het grootste gedeelte van het vermogen dat we beheren in private equity zit.'
Vastiau: 'We doen ook aan klassiek obligatiebeheer, waar het rendement uiteraard een beetje afhangt van de rentestand. In beursgenoteerde aandelen hebben we twee opties: enerzijds een quant-fonds (een kwantitatief fonds dat algoritmes en data-analyse gebruikt voor investeringsbeslissingen, red.) dat beheerd wordt door Goldman Sachs en tamelijk dicht bij de wereldindex blijft, anderzijds een fonds dat we zelf beheren waarbij trackers worden gebruikt om een aantal thema’s te bespelen, aangevuld met stockpicking.'
Vastiau: 'In het genoteerde obligatiegedeelte zitten we aan een rendement tot eindvervaldag van om en bij 3,3 procent. Voor ons mezzaninefonds streven we naar een rendement van 8 procent voor belastingen. In private equity moeten we een onderscheid maken tussen de verschillende strategieën. In buy-out, de markt van de volwassen bedrijven, streven we naar rendementen van boven 15 procent netto. In venture capital kunnen de rendementen wat feller verschillen. Gemiddeld is het rendement een stuk hoger, maar zo’n fonds is sportiever qua invulling.'
Rogiest: 'Ook hierin onderscheiden we ons van andere spelers. Ons cliënteel bestaat zo goed als volledig uit de ondernemende families in Vlaanderen. Het gaat om een 800-tal familiale clusters voor wie we het vermogen of een deel van het vermogen beheren. De meeste klanten hebben een bedrijf of hebben hun bedrijf net verkocht en zitten met geld om te investeren.'
Vastiau: 'Zulke families hebben meer affiniteit met private-equity-investeringen dan met de beurs. Het zijn typisch mensen die altijd in hun bedrijf hebben geïnvesteerd en geen enkele beurservaring hebben. Ze komen naar ons omdat ze met ons aanbod rendement kunnen halen zonder dat de volatiliteit van de portefeuille omhooggaat.'
Dergelijke families kunnen ook meer vermogen aanbrengen. Jullie hanteren 2,5 miljoen euro als minimumdrempel om klant te worden. Dat is behoorlijk veel.
Rogiest: 'Als je ons private-equityverhaal aanhoort, heb je wel een bepaalde taille van vermogen nodig. Een minimumticket per fonds is 100.000 euro. De wetgeving op de private plaatsing bepaalt dat. Door de illiquiditeit (geringe verhandelbaarheid, red.) van het product zit je bovendien vast voor tien jaar, al kan er wel iets vroeger wat geld vrijkomen. Kijk, we zeggen: private equity heeft een plaats in alle vermogens, maar hoe groter uw vermogen, hoe zwaarder het kan doorwegen in het geheel.'
Vastiau: 'Voor grotere vermogens wordt de liquiditeit minder belangrijk. Als die over een deel van hun portefeuille kunnen beschikken, is dat voldoende.'
Komen jullie klanten uit de regio?
Rogiest: 'In het begin kwamen ze uit Roeselare en omstreken, maar dat heeft zich de afgelopen jaren als een olievlek uitgebreid over heel Vlaanderen. Mee door de mond-tot-mondreclame is het zodanig hard aan het gaan dat we aan het kijken zijn om in het Antwerpse een kantoor te openen. Zo kunnen we die klanten wat dichterbij bedienen en ook werknemers uit die regio aantrekken. Vanuit de Kempen is Roeselare nogal ver.'
Rogiest: 'Vandaag hebben we een beheerd vermogen van 2,3 miljard euro, aangevuld met nog meer dan 1 miljard euro aan nog te volstorten toezeggingen in private equity. Meer dan de helft van het beheerde vermogen zit in private markets. Daarmee zijn we de grootste private-equityspeler op de Vlaamse of Belgische markt.'
Vastiau: 'Dat we consistent hebben vastgehouden aan datgene waarvoor we wilden staan: klanten op een transparante manier tevredenstellen en ondernemen voor ondernemers. Trouwens, we investeren zelf in alle private-equityproducten die we onze klanten aanbieden.'
Rogiest: 'Persoonlijk ben ik het fierst op het feit dat we enorm veel mond-tot-mondreclame krijgen van onze klanten.'
Vastiau: 'In het oude Rome had elke rijke familie zijn rentmeester, quaestor genoemd, die de belangen van de familie verdedigde en de financiën organiseerde. Die rol wilden we ook spelen.'